Tien tellen in de rimboe
Eén persoon is de teller, de andere kinderen de lopers. De teller staat bij de buutplek (bv boom, lantaarnpaal) en begint met tellen: “Tien tellen in de Rimboe, 10, 9, 8, 7,6,5,4,3,2,1,0!” De lopers tikken de teller aan en zeggen hun naam, daarna rennen ze weg en verstoppen zich. Bij nul mag de teller kijken/zoeken, maar hij moet de buutplek blijven aanraken.
Lees verder “BLOEM Verstopspelletjes”